Nestkasten
Start Feedback Inhoud

 

Start
Waarnemingen
Vogellogboek
Tuinvogels
Voeren
Vetbollen maken
Nestkasten
Veren
Topografie
Aantekeningen
Gastenboek
Links
Foto's
Vogelsporen
Vogeltrek
Fröbelen
Berichten

 

horizontal rule

Nestkasten

Zie tekeningen

Nestkasten zijn te koop in bijna alle tuincentra en dierenwinkels. Alle soorten en maten worden aangeboden, maar vele zijn onbruikbaar. Nestkasten moeten in de eerste plaats door vogels gebruikt worden en of ze er mooi uitzien is van secundair belang. Toch lijkt het ontwerp van de meeste te koop aangeboden nestkasten het tegendeel na te streven. Vogels zullen net als bij natuurlijke boomholten een nestkast uitkiezen die aan bepaalde criteria voldoet. Hang de nestkasten op een rustig plekje op ± 2 meter hoogte. Nestkasten moeten niet in de hete middagzon hangen, omdat er anders door oververhitting sterfte optreedt. Ook moet worden voorkomen dat ze te veel in de wind hangen. Dit betekent in Nederland dat de opening bij voorkeur op het noorden of oosten moet worden gericht, maar er zijn plaatselijke verschillen. De mezenkasten moeten groot genoeg zijn om uiteindelijk plaats te bieden aan 10 vrijwel volgroeide exemplaren: onge­veer 10 cm in het vierkant. De diameter van de opening moet passen bij de afmetingen van de vogel. Zo bestaan er speciale Pimpelmeeskasten waarvan de opening net te klein is voor Koolmezen. Goede nestkasten kunt u zelf maken of bij Vogelbescherming te Zeist kopen. Ten slotte moeten alle nestkasten gemakkelijk open te maken zijn om aan het eind broedseizoen te worden schoongemaakt. Ze kunnen dan' s winters als slaapplaats en het volgende weer als nestplaats worden gebruikt. 

Soorten nestkasten

Behalve de kast met een enkel rond gaatje zij verschillende andere kunstmatige nesten beschikbaar. Een kast met een open voorkant is geschikt voor vliegenvangers, hoewel sommige een voorkant met een rond gat prefereren dat net iets groter is dan het door mezen gebruikte gat. Een favoriet ontwerp is een oude ketel die tegen de muur wordt gehangen voor Grauwe Vliegenvangers. Grote kasten een boom kunnen onderdak bieden aan uilen. Als u een open kast helemaal in de top van een boom wordt gehangen kunnen er ook Torenvalken broeden. In het algemeen kan men stellen dat iedere holenbroeder een potentiële nestkastgebruiker is, maar elke soort stelt zijn eigen eisen. Het gaat erom dat een kast de voor een bepaalde soort juiste vorm en afmetingen heeft en op de juiste plaats hangt. Sommige vogeltuiniers doen enorm veel moeite om 

het een speciale soort naar de zin te maken. Omdat Matkoppen altijd hun eigen nest in een rottende boomstronk uithakken, heeft een enthousiasteling ooit met succes een normale nestkast gevuld met polystyreen zodat deze vogels in dit zachte materiaal zelf het ideale hol uit konden hakken.

Huiszwaluwen bouwen een mooie kom van modder onder bijvoorbeeld dakranden van huizen in steden en dorpen. Ze kunnen echter ook worden overge­haald te gaan nestelen in een rij van op dezelfde wij­ze geplaatste nestreplica's. Boerenzwaluwen neste­len in schuren en open garages en het aanbrengen van een smalle richel kan vaak al voldoende zijn om een geschikte broedplaats te creëren. Zelfs Oever­zwaluwen maken gebruik van een speciale, kunst­matig aangelegde wand met horizontale ovale gaten die tegen een zandwal is gebouwd.

De gierzwaluw maakt zijn nest onder dakpannen en dakgoten en in holten van muren. Het bestaat uit een klein kuiltje met weinig nestmateriaal. Ze broeden dikwijls in de hoogste gebouwen van steden en dorpen. Gierzwaluwen verkiezen een donkere en nauwe broedplaats op meer dan vier meter hoogte. Dikwijls vormen gierzwaluwen kolonies met verscheidene nesten in eenzelfde gebouw.

Gierzwaluwen verzamelen strootjes, veertjes en pluisjes in de lucht. In de broedruimte klitten ze dit aan elkaar met speeksel, dat hard wordt. Zo ontstaat een komvormig bouwsel dat stevig aan de ondergrond vastgehecht is. Het is zeker géén zacht en warm nest. Het nest voorkomt dat de eieren wegrollen. Ook geeft de nestkom de jongen houvast.

De ene kolonie na de andere verdwijnt. Gierzwaluwen vinden moeilijker nestholtes door nieuwe bouwtrends en renovatiewerken.

 

Waar plaats je best een kunstnest?

bullet

Plaats verscheidene nestkasten naast elkaar, zodat een kleine kolonie zich kan vestigen. Gierzwaluwen zijn zeer sociale vogels, en de aanwezigheid van meerdere broedholtes zal de broedplaats aantrekkelijker maken.

bullet

Bij voorkeur op een plaats die gierzwaluwen al bezoeken. Hierdoor verhoogt de kans op vestiging.

bullet

De oriëntatie van de kast is van weinig belang, maar bescherm de nestkast tegen de zon als je ze naar het zuiden richt.

bullet

Breng nestkasten niet vlak boven een horizontale oppervlakte aan (platform, balkon). Want als ze het nest verlaten om weg te vliegen, laten de dieren zich een eindje vallen.

bullet

Zorg voor een ongehinderde aanvliegroute naar de kasten. Vermijd de omgeving van bomenrijen.

Volwassen exemplaren zijn zeer trouw aan hun broedplaats. Ze gaan geen nieuwe broedplaatsen verkennen tenzij hun broedplaats intussen vernield werd. De kans is dus groter dat jonge vogels zich in de nestkasten gaan installeren. Wees geduldig en zorg er voor dat nestkasten vele jaren na elkaar op dezelfde plaats blijven. Zodra de eerste nestkasten bezet zijn, is de kans op een duurzame vestiging zeer groot.

Een volleerde vogeltuinier zal ook aan andere aspecten denken dan alleen voedsel, water en nestplaat­sen. Zo kan hij een eventueel tekort aan nestmateriaal opheffen door een korfje met zachte veertjes, schapenwol en korstmos op te hanger. Gevallen appels die op de grond blijven liggen, trekken soorten lijsters aan die vrijwel nooit op een voedertafel komen. Nog beter is het om de appels tot de winter op te slaan en ze weer buiten te leggen wanneer er wei­nig natuurlijk voedsel meer beschikbaar is.

Alternatieven

Het is een goed idee om doornstruiken te planten, zoals meidoorns. In het winterhalfjaar kunnen hulst, klimop of naaldboom de beschutting geven die bladverliezende vegetatie in die tijd niet kan leveren. Stapels kreupelhout bieden nestgelegenheid aan soorten als de Winterkoning. Een wirwar van door elkaar groeiende struiken in een hoek van de tuin is geschikt voor verschillende soorten kleine zangvogels

 

 

AANBEVOLEN AFMETINGEN VAN NESTKASTEN

Vogelsoort

 

Bodemmaat

Kasthoogte

Diameter vlieggat Opmerkingen

Bonte vliegenvanger

13 x 13 cm

20 cm tot gat

3cm

Vlieggat blokkeren tot vogels arriveren

Boomklever

 

15 x 15 cm

12 cm tot gat

3,5 cm

Op beschutte plek hangen

Gekraagde roodstaart

13 x 13 cm

20 cm tot gat

3,5 cm

Op beschutte plek hangen

Halsbandparkiet

 

25 x 25 cm

80 cm tot gat

8 cm

Hoog aan boom of gebouw hangen

Huismus

 

15 x 15 cm

15 cm tot gat

3,5 cm

Op beschutte plek hangen

Kauw

 

20 x 20 cm

40 cm tot gat

15 cm

Op hoge, verscholen plek hangen

Koolmees

 

15 x 12 cm

12 cm tot gat

3cm

Op beschutte plek hangen

Mezen (excl. koolmees) 15 x 12 cm

12 cm tot gat

2,5 cm

Op beschutte plek hangen

Spechten

 

15 x 15 cm

40 cm tot gat

6cm

Tot aan vlieggat met polystyreen vuile

 

 

 

 

 

 

Spreeuw

 

15 x 15 cm

30 cm tot gat

5,5 cm

Op beschutte plek hangen

Stadsduif

 

20 x 20 cm

10 cm tot gat

10 cm

Buitenzitstok aanbrengen

Steenuil

 

30 x 30 cm

30 cm tot gat

7cm

Vlieggat te verduisteren

Wilde eend

 

30 x 30 cm

20 cm tot gat

15 cm

Op vlot of eiland plaatsen

Bosuil

 

25 x 25 cm

80 cm tot gat

15 cm

Buitenzitstok aanbrengen

Gekraagde roodstaart

13 x 13 cm

15 cm tot gat

11cm

Op beschutte plek hangen

Roodborstje

 

10 x 10 cm

15 cm tot gat

5 cm

Op beschutte plek hangen

Torenvalk

 

30 x 50 cm

30 cm tot gat

10 cm

Op 5 m hoge paal + buitenzitstok

Winterkoninkje

 

10 x 10 cm

10 cm tot gat

10 cm

Op beschutte plek hangen

. Zwarte roodstaart

 

10 x 10 cm

15 cm tot gat

5 cm

Op beschutte plek hangen

 

Broedgegevens van enkele tuinvogels

Koolmees en Pimpelmees

Broedtijd

April – begin juli

Legselgrootte   

Eerste legsel: 8 – 12, tweede legsel: 5 – 8 eieren

Broedduur

13 – 14 dagen

Alleen het vrouwtje bebroedt de eieren.
De jongen vliegen na 2 – 3 weken uit. Daarna worden ze nog 1 – 2 weken door zowel het mannetje als het vrouwtje gevoerd.

Merel

Broedtijd

Eind maart – juli, soms augustus

Legselgrootte   

4 – 5 eieren

Broedduur

13 – 15 dagen

Het mannetje broedt alleen enkele uren in de middag.
De jongen vliegen na 2 weken uit. Daarna worden ze nog enige dagen gevoerd door de ouders. Merels hebben 2, soms 3

Spreeuw

Broedtijd

Half april – mei (eerste), juni tweede legsel (soms nog later)

Legselgrootte   

4 – 6, soms 7 – 8, tweede legsel zelden meer dan 5 eieren

Broedduur

12 dagen

De jongen vliegen na 22 dagen uit. Beide sexen broeden; ’s nachts broedt alleen het vrouwtje

Roodborst

Broedtijd

April – mei (eerste), juni – juli (tweede)

Legselgrootte   

5 – 8 eieren (meestal 6)

Broedduur

13 – 14 dagen

De jongen vliegen na 8 – 10 dagen uit. Ze worden dan nog ca. een week door beide ouders verzorgd. Roodborsten hebben 2 – 3 broedsels per jaar. Alleen het vrouwtje bebroedt de eieren.

Huismus

Broedtijd

Eind maart – september

Legselgrootte   

4 – 6 eieren

Broedduur

13 – 14 dagen

De jongen vliegen na ongeveer 17 dagen uit. Huismussen hebben 2-4 broedsels per jaar.

Broedsel is mislukt…..


Het komt voor dat er in het nest eieren zijn die niet uitkomen of dat er enkele dode jongen zijn.
Er zijn verschillende redenen waarom eieren niet uitkomen. Allereerst is het geen onbekend verschijnsel dat eieren niet bevrucht zijn en dus geen kuiken bevatten. De eieren komen vanzelfsprekend niet uit. Ook kan het zijn dat de eieren teveel zijn afgekoeld, bijvoorbeeld doordat de oudervogel verstoord is en het nest te lang of helemaal heeft verlaten. Als het regent kunnen de oudervogels eigenlijk helemaal niet van het nest omdat dan de eieren bijzonder snel afkoelen.


Voor eieren die nog niet bebroed zijn geldt dit echter niet. De meeste kleine vogels leggen elke dag één ei en beginnen pas met broeden als het legsel kompleet is. Op die manier zorgen ze ervoor dat alle jongen op dezelfde dag uit het ei kruipen en ook op dezelfde dag het nest verlaten. Ook kunnen dode jongen in het nest achterblijven.


Het groot brengen van de jongen kost de oudervogels enorm veel energie. Als er te weinig voedsel is, krijgen alleen de sterkste jongen te eten en zullen de zwakkere dood gaan. Wanneer er veel te weinig voedsel is, kan het zijn dat de oudervogels het nest in de steek laten omdat ze al moeite hebben om zelf voldoende voedsel te vinden. Het zou dan zinloos zijn om, tegen beter weten in, toch te proberen de jongen te voeren. Het resultaat zou kunnen zijn dat de ouders zelf te veel verzwakt raken, waardoor de hele familie dood gaat. 

Neerslag of harde wind zijn belangrijke oorzaken voor voedselschaarste; vooral voor insecteneters. Het kan ook zijn dat één of beide oudervogels verongelukt zijn. Ziekte, honger, kou, verkeer, roofdieren, enz. eisen hun tol. De gemiddelde levensverwachting van een koolmees is bijvoorbeeld slechts één jaar. Een andere reden kan zijn dat de temperatuur in het nestkastje veel te hoog is opgelopen. Als het kastje op een warme dag maar een paar uur in de volle zon hangt, kan het er binnen zo warm worden dat de jongen oververhit raken en sterven. Plaats een nestkast daarom nooit in het volle zonlicht.

 

Start ] Waarnemingen ] Vogellogboek ] Tuinvogels ] Voeren ] Vetbollen maken ] [ Nestkasten ] Veren ] Topografie ] Aantekeningen ] Gastenboek ] Links ] Foto's ] Vogelsporen ] Vogeltrek ] Fröbelen ] Berichten ]

U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen over deze website verzenden aan John Colfoort
Copyright © 2009 Colfoort