|
|
Winter voederingDe
beginnende vogeltuinier zal zeker in de winter de vogels rond zijn huis willen
voeren. Het is een kleine moeite om bij een winkel in de buurt een zak pinda's
te kopen. Opgehangen pinda's aan een struik, tak of waslijn zullen al snel
soorten aantrekken die ondersteboven hangend kunnen foerageren, zoals Kool en
Pimpelmezen. Andere soorten zullen op de restjes afkomen die onder de pinda's
terechtkomen. Keuze van
voederapparaat
Nylon netjes
met pinda's gaan zelden lang mee en zijn duur, zodat het de moeite waard is naar
een alternatief te zoeken. Gelukkig is het voeren van vogels in de laatste
decennia steeds populairder geworden en er is nu een hele reeks verschillende
voederapparaten in de handel. Goedkope van gaas zijn niet aan te raden omdat de
vogels er gemakkelijk met een poot in vast kunnen raken. Voederkorfjes gemaakt
van gegalvaniseerd draad met kleine vierkante gaten zijn waarschijnlijk de
beste. Ze zijn vaak rechthoekig, soms cilindrisch, en hebben een dekseltje aan
de bovenkant zodat het voer dagelijks kan worden bijgevuld. Vogels raken
snel gewend aan een vaste voerplaats. Al gauw zullen ze een bezoek aan een
steeds op de zelfde plek hangend, metalen korfje inpassen in hun dagelijkse
routine. Een klein korfje moet natuurlijk regelmatig bijgevuld worden om het
groeiende aantal bezoekers tevreden te stellen, zodat een grote, minder vaak te
vullen korf is aan te bevelen. Zo'n apparaat is verkrijgbaar in de
specialhandel, maar u kunt natuurlijk ook proberen zelf iets in elkaar te
knutselen. Onafhankelijk van de grootte van de korfjes geldt dat er meer vogels
komen als er meer voerplekken zijn. Schuwe vogels kunnen het zich 's winters
immers niet veroorloven kostbare minuten daglicht te verspelen door te wachten
tot alle andere vogels genoeg gegeten hebben. In een strenge winter is het voor vogels moeilijk om aan voedsel te komen, terwijl ze juist extra veel energie nodig hebben om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Insecten kruipen weg, bessen zijn vaak al op en sneeuw en ijs maken het de zaadeters ook moeilijk om bij hun voedsel te komen. Van bijvoederen in de tuin wordt dan ook graag gebruik gemaakt. Winter voedering van tuinvogels geeft bovendien veel kijkplezier. Vogels die vaak verscholen blijven of in een flits voorbij vliegen, zijn nu gemakkelijk te bekijken. Overleven in de winter
Om de winter door te komen, heeft elke vogelsoort zijn eigen aanpak. Er
zijn veel vogelsoorten die wegtrekken naar het zuiden zoals grutto’s,
ooievaars en zwaluwen. Er zijn ook soorten die vanuit Scandinavië naar
ons land komen zoals ganzen en eenden, maar ook roodborstjes en mezen.
Andere vogels, zoals roerdomp en ijsvogel, blijven hier het hele jaar. In
strenge winters zijn ze erg kwetsbaar.
Mezen veranderen in de winter van voedsel; in plaats van insecten eten ze
dan zaden en noten. Ze passen zelfs hun darmstelsel hierop aan en hun
snavel verhard. De verharde snavel dient om de zaadjes goed te kunnen
uitpeuteren en ontschilferen. Veel
zangvogels trekken in de winter naar dorpen en steden. De ervaring heeft
ze geleerd dat daar dan nog van alles te vinden valt.
|
U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen over deze
website verzenden aan John Colfoort
|