Vogeltrek
Start Feedback Inhoud

 

Start
Waarnemingen
Vogellogboek
Tuinvogels
Voeren
Vetbollen maken
Nestkasten
Veren
Topografie
Aantekeningen
Gastenboek
Links
Foto's
Vogelsporen
Vogeltrek
Fröbelen
Berichten

 

horizontal rule

Vogeltrek

Na het broedseizoen trekt het grootste deel van de vogels van gematigde en arctische streken naar zuidelijker gebieden om te overwinteren. Hoe en waarom trek geëvolueerd is is nog altijd een onderwerp van discussie, maar het is vandaag de dag wel zeker dat veel vogels die in een aangenamer klimaat overwinteren voordeel hebben van het grotere voedselaanbod aldaar.

Het is voor veel mensen een raadsel geweest dat er 's winters veel vogels verdwenen en er waren dan ook veel theorieën in omloop om dit fenomeen te verklaren. Aan het begin van de zeventiende eeuw dacht men bijvoorbeeld dat vogels 's winters naar de maan gingen, terwijl een andere theorie zei dat zwaluwen de winter in de modder van meren en rivieren doorbrachten.  

De afstand die vogels tijdens de trek afleggen verschilt per soort en zelfs tussen individuen, omdat verschillende populaties en verschillende leeftijdsgroepen verschillende trekpatronen kunnen hebben. Zo overwinteren Spreeuwen uit Polen in Engeland, terwijl de Noordse Stern, die in arctische en gematigde gebieden op het noordelijke halfrond broedt, overwintert in Antarctische wateren. De afstand naar de wateren rond de Zuidpool bedraagt zo'n 18.000 kilometer, dus Noordse Sterns leggen jaarlijks tenminste 36.000 kilometer af! Een andere bekende langeafstandstrekker is de Ooievaar. Vanuit hun Europese broedgebieden trekken ze, vooral door van thermiek gebruik te maken, naar zuidelijk Afrika. Tijdens de oversteek over de Middellandse Zee moeten ze actief vliegen omdat er boven open water geen thermiek is. De Ooievaars proberen dan ook zo veel mogelijk de open zee te vermijden en maken de oversteek bij landengten zoals bij de Straat van Gibraltar, of vliegen zelfs helemaal via het Midden-Oosten om de Middellandse Zee heen.

Veel Europese broedvogels overwinteren in landen rond de Middellandse Zee. Er zijn echter ook soorten die de Sahara oversteken om in hun overwinteringgebieden in zuidelijk Afrika te komen. De Fitis bijvoorbeeld vliegt zowel westelijk als oostelijk om de Middellandse Zee heen om in Oost-Afrika te overwinteren.  

Ringexperimenten hebben aangetoond dat veel vogels terugkeren naar hetzelfde gebied om te broeden of te overwinteren. Hoe kunnen vogels zo nauwkeurig navigeren? Hoe zetten ze hun koers uit op hun lange tocht en hoe weten ze die te houden? Wetenschappers hebben verschillende mechanismen gevonden waarop vogels tijdens de trek kunnen navigeren.

Veel vogels, vooral zangvogels, trekken 's nachts, waarbij ze zich op de sterrenhemel oriënteren. Dit is ontdekt door experimenten met nachttrekkers. Andere experimenten met dagtrekkers hebben aangetoond dat vogels zich ook op de stand van de zon kunnen oriënteren. Nog verbazingwekkender is het dat ze hun koers gedurende de dag constant weten te houden, ondanks de veranderende positie van de zon. Experimenten met Roodborsten hebben aangetoond dat vogels ook een soort magnetisch kompas bezitten, waarmee ze zich kunnen oriënteren op grond van het aardmagnetisch veld. Roodborsten bleken dit kompas alleen tijdens de te trek kunnen gebruiken; standvogels, of vogels die in een kooi werden gehouden, konden zich niet met dit kompas oriënteren.  

Hoe weet een vogel wanneer hij moet wegtrekken? Over het algemeen vertrekken noordelijke trekvogels als het weer nog mooi en het voedsel ruim voor handen is. Omgevingsfactoren beïnvloeden blijkbaar niet de seizoensgebonden vertrekdatum. Voor sommige vogels is vastgesteld dat de daglichtperiode een vertreksignaal inhoudt. Andere factoren die een rol kunnen spelen zijn hormooncycli, die in verband staan met de hypofyse en sekshormonen. Deze cyclus initieert het gehele jaar een aantal fysiologische processen, zoals het begin van het broedseizoen, rui, trek, etc.

Een vogel kan niet op de ene dag besluiten op weg te gaan naar zijn overwinteringgebied en de volgende dag vertrekken. Hij moet er zeker van zijn dat hij in goede conditie is. Daarom slaan vogels voordat ze op trek gaan grote hoeveelheden onderhuids vet op. Ook stoppen ze onderweg op geschikte plaatsen om 'bij te tanken'. Deze tussenstations zijn essentieel in de ecologie van alle trekvogels. Een bekend tussenstation in Noordwest-Europa is de Waddenzee, het getijdengebied tussen Nederland en Denemarken, waar miljoenen vogels - vooral steltlopers - bijtanken voordat ze verder naar het zuiden trekken.  

De echte vogeltrek

Vele geleerden hebben zich hier al mee bezig gehouden en vele theorieën op papier gezet. Wetenschappelijk gezien stelt ons het trekverschijnsel voor drie vragen:

a. Wat is de betekenis of functie van de trek?

b. Welke factoren veroorzaken het trekgedrag?

c. Hoe vinden de vogels hun weg?

Het gaat te ver om deze vragen puntsgewijs te beantwoorden. Daarnaast zijn er al antwoorden gegeven in het hier voorafgaande. Maar hierna wil ik nog enige andere bedenkingen beschrijven.  

Als we het over een echte vogeltrek hebben, dan denken we aan vogels die hier broeden en in het najaar massaal naar het zuiden trekken (zomervogels).

Fitis, Tjiftjaf, Tuinfluiter, Spotvogel en vele anderen zijn van die vogels waar je de klok op gelijk kunt zetten. In het voorjaar komt de Tjiftjaf rond 17 maart terug en ongeveer 6 dagen later volgt dan de Fitis.

De Koekoek komt in de tweede helft van april en de Wielewaal als hekkensluiter pas in mei.

Maar er zijn soorten bij, die zich niet vast houden aan vaste tijden.

De Kievit bijvoorbeeld trekt pas weg als de eerste sneeuw valt of als de grond hard bevroren is. Het is duidelijk dat voedselgebrek hierbij een rol speelt.

De Spreeuwen zijn minder goed te volgen. Een groot deel van de spreeuwenbe­volking verzamelt zich in grote vluchten van duizenden en duizenden. Eind augustus en begin september beginnen zij al aan hun trek, voordat er sprake is van voedselgebrek. Daar komt nog bij, dat een gedeelte van de Spreeuwen de winter hier doorbrengt. Zelfs de strengste winters kunnen ze hier overleven.  

Bij de Roodborstjes, Vinken en Mezensoorten zien we weer een wat ander verschijnsel. Van de vogels, die in Nederland gebroed hebben, brengen sommige hier de winter door, maar andere trekken weg. De familieleden uit het Noorden en Oosten komen hun plaats innemen.

Dit is heel mooi waar te nemen bij de Roodborstjes. In september hoor of zie je ze haast niet, omdat velen al naar het Zuiden zijn vertrokken. En dan in oktober krijgen we ineens een invasie van Roodborstjes uit het Noorden. Deze lijken minder schuwen zitten vaak brutaal dichtbij te zingen, zelfs in de wintermaanden.

De vraag die je hierna kunt stellen is: " Waarom gaan er zoveel vogels weg terwijl er ook zoveel weer komen”?

Nog zo'n opmerkelijke bevinding: De Wielewaal komt eind april of begin mei en trotseert duizenden kilometers vanuit Afrika om hier snel een paar jongen groot te brengen. Hij vertrekt al in augustus en vliegt dan weer duizenden kilometers naar Afrika terug.

Zo zijn er nog meer vogels die maar drie maanden in ons land vertoeven om daarvoor tweemaal de grote reis te aanvaarden. De vogels uit de landen van Noord-Europa moeten zelfs nog een grotere afstand afleggen om hun doel te bereiken.

Het is een indrukwekkend gezicht om de najaarstrek waar te nemen. Deze is veel massaler dan de voorjaarstrek omdat ten eerste ze in een kortere periode plaats­vindt en ten tweede er veel meer vogels gaan dan er terugkomen.

Daar de vogels niet graag over water vliegen, kunnen we de trek het beste aan de kust gadeslaan. Vooral waar stuwingen optreden, bijv. het uiterste puntje van Zweden (Falsterbö is hier bekend om), Gibraltar en de Bosporus, zijn van die plaatsen waar vele vogelliefhebbers de herfsttrek van reusachtige aantallen vogels kunnen waarnemen.

Maar al blijven we dicht bij huis, dan is het nog altijd boeiend om te zien welke vogels er vertrekken en welke er in het voorjaar weer arriveren.

Vogeltrek kalender

(lichtblauw betekent dat de soort door Nederland trekt)

(donkerblauw is de sterkste trek van de soort)

kalender.gif (81315 bytes)

 

 

Start ] Waarnemingen ] Vogellogboek ] Tuinvogels ] Voeren ] Vetbollen maken ] Nestkasten ] Veren ] Topografie ] Aantekeningen ] Gastenboek ] Links ] Foto's ] Vogelsporen ] [ Vogeltrek ] Fröbelen ] Berichten ]

U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen over deze website verzenden aan John Colfoort
Copyright © 2009 Colfoort